Na de vrouwen die naar buiten kwamen met hun ervaringen, moeten nu de mannen aan de bak. Mannen die luisteren en zich realiseren dat hun gedrag onwenselijk kan zijn. Leidinggevenden kunnen het voorbeeld geven door te laten zien wat goed gedrag is, die dus niet meelachen als er een vrouwonvriendelijke grap wordt gemaakt, maar die laten zien hoe je fatsoenlijk met vrouwen omgaat.
Een jaar geleden werd #MeToo trending op Twitter. Vrouwen die slachtoffer waren geweest van ongewenste seksuele handelingen spraken zich uit. Duidelijk werd dat het niet om eenlingen ging, de omvang van het seksueel grensoverschrijdend gedrag werd zichtbaar en #MeToo werd een beweging. In de nasleep verdween een aantal gezaghebbende mannen van het toneel al dan niet nadat er onderzoek werd gedaan. Ook in Nederland werden medewerkers ontslagen, soms na jarenlang ongewenst gedrag te hebben kunnen uitoefenen zonder sanctie.
Reactie op #MeToo
Het leek alsof er met #MeToo een nieuwe werkelijkheid werd gecreëerd van “we pikken het niet meer” en “dit gedrag is gewoon fout”. Waarbij gedrag werd benoemd dat het gevolg was van het puur uitoefenen van macht, maar ook brutaal gedrag zonder respect voor de betrokkene. Gevolg was echter ook het bagatelliseren van ongewenst gedrag. Het “Mag er nu helemaal niets meer” en de grappen over een #MeToo-tje. Als vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen heb ik met name dat laatste veel meegemaakt het afgelopen jaar, het bagatelliseren en klein maken van het grensoverschrijdende gedrag.
Een ander aspect dat via #MeToo naar boven kwam was het tijdsverloop sinds de gewraakte ervaring. Melders kregen vaak te horen waarom heb je er niet meteen wat van gezegd, waarom kom je er nu pas mee en natuurlijk, was het wel zo erg als je er nu pas mee komt.
Ongewenst gedrag in de praktijk
Als vertrouwenspersoon ongewenst omgangsvormen op het werk kom ik met enige regelmaat situaties tegen waarin medewerkers op een manier zijn benaderd die voor hen grensoverschrijdend is. Zonder uitzondering twijfelen ze aan zichzelf, “is het nou zo erg wat er is gebeurd, het was maar een nekmassage” en waarom deed ik niets “als je me van tevoren had gevraagd wat ik zou doen, had ik gezegd, een knietje”. Dat bepaald gedrag voor jou een grens overschrijdt, zeg je niet zo makkelijk tegen een collega en zeker niet tegen je leidinggevende. Vrouwen zeggen dus vaak niets uit schaamte over wat hen is overkomen, en uit angst voor de reactie van de omgeving.
Van flirten tot ongewenst gedrag
Nu is de werkvloer een plek waar medewerkers een groot deel van hun leven doorbrengen. Men wordt er verliefd, komt er z’n toekomstige partner tegen en is afhankelijk van elkaar. Onontkoombaar dat daar geflirt wordt, men elkaar aftast en professioneel samenwerkt. Tegen een collega zeggen dat je iets niet oké vindt is al moeilijk, gezagsrelaties maken dat nee-zeggen ook consequenties kan hebben. Die consequenties schieten door je hoofd en maken dat mensen niet meteen “ho stop” roepen. Omstandigheden als buitenlandse reizen, de gewoonte om op vrijdagmiddag wat te gaan drinken of samen sporten zijn omstandigheden die ongewenst gedrag in de hand kunnen werken. Ik weet zeker dat de meeste vrouwen in dergelijke omstandigheden op hun hoede zijn. Zoals met alle vormen van ongewenst gedrag is juist dan een open bedrijfscultuur prettig. Met elkaar kunnen bespreken wat wel en niet kan, elkaar veilig kunnen aanspreken als het niet goed voelt en elkaar daar om respecteren.
Vertrouwenspersoon
Als vertrouwenspersoon ben je er voor de medewerker die zich afvraagt of het nu wel zo erg was en die twijfelt aan zichzelf. Die een week later nog steeds piekert en zich afvraagt waarom ze niets deed. Samen ga je op zoek naar een manier om de ervaring te verwerken, door deze uit te spreken, aan te kaarten of voor jezelf te houden.
Als vertrouwenspersoon ben je er ook voor de organisatie om het gesprek te entameren over de onderlinge omgang en de veiligheid om het te zeggen als iets je dwarszit. Door een bedrijfscultuur aan de orde te durven stellen die die veiligheid niet biedt en waarin medewerkers niet durven aangeven wat hen daadwerkelijk dwars zit tijdens hun werk en omgang met collega’s. Dat vraagt van de vertrouwenspersoon een goede analyse, tact en geduld.
De rol van mannen
Mannen die over de grens gaan, zou je de kans gunnen om te begrijpen wat er mis is gegaan. Gedrag is namelijk bij te sturen. #MeToo heeft ervoor gezorgd dat vrouwen hun grenzen aangaven, nu zijn er mannen nodig die luisteren en zich realiseren dat hun gedrag onwenselijk kan zijn. Leidinggevenden moeten het voorbeeld geven door te laten zien wat goed gedrag is, die dus niet meelachen als er een vrouwonvriendelijke grap wordt gemaakt, maar die laten zien hoe je fatsoenlijk met vrouwen omgaat.
De veilige werkvloer
En ja, er kan best een hoop op de werkvloer, als er maar respect is voor ieders grenzen en er geluisterd wordt als iemand aangeeft een grapje niet zo leuk te vinden of gekwetst te zijn door een opmerking of gedrag. Wat dit afgelopen jaar opgeleverd heeft, is meer geloof in de noodzaak van de vertrouwenspersoon. Dat seksueel grensoverschrijdend gedrag voorkomt hoef ik niet meer te beargumenteren. Het is een onderwerp geworden waarover gesproken mag en kan worden, aan mij om dat gesprek ook constructief te laten zijn.